Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pelswerker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bontwerker)
furrier
(huid; vacht; vel); ;
(bont)
🔗 De vloer was bezaaid met pelzen en satijnen kussens.
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen.
(arbeider; werkman)

DutchEnglish
pelswerker furrier
pels coat; fur; pelage; pelt; fur coat
werker worker