Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word plasregen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(slagregen; stortregen)
downpour
(klotsen; plonzen)
plash
;
splash
plaŭdi
🔗 Pit zat in het bad en zong en plaste.
wade
(een plas doen; piesen; pissen; urineren; wateren; sassen);
make water
🔗 Ik sta bij de finish, maar moet plots dringend plassen.
(hemelwater)
🔗 We krijgen vast regen.

DutchEnglish
plasregen downpour; drencher; soaking; splashing rain
plasregenen rain cats and dogs
plassen slop; slosh; dabble; micturate; paddle; pee; piss; plash; puddle; splatter; swash; splash; squish; make water; pee‐wee; widdle
regen rain; shower; wet