Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word postzegel

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
postzegel (frankeerzegel)	postage stamp ; stamp	poŝtmarko
🔗 Denk daaraan en bewaar je postzegels voor betere doeleinden.
kinderpostzegel	<postage stamp sold to benefit children>	infanbonfara poŝtmarko
post (paal; stijl)	post	fosto
🔗 Daarop knoopte ze de lakens en dekens aan elkaar en bond één uiteinde aan een post van haar bed, zoals ze dat op de kostschool geleerd had.
post (posterijen)	mail ; post	poŝto
🔗 Ik wil geen details aan de post toevertrouwen maar alleen zeggen dat ik dagelijks in levensgevaar verkeer, omdat ik in het bezit ben van een geheim.
post	mail	poŝtaĵoj
🔗 Wie is de eerste die de post te zien krijgt?
post (ambt; betrekking; plaats)	post ; office ; station	posteno
🔗 De ambassadeur is sinds vorige week weer op zijn post in Ṣanaʿāʾ na enkele weken vanuit Den Haag te hebben gewerkt vanwege de dreiging van een terroristische aanslag.
post	post	posteno
🔗 Nog steeds hield hij vast aan zijn voornemen om op zijn post te blijven.
postzegelkunde (filatelie)	philately ; stamp‐collecting	filatelo
zegel	seal ; sigil	sigelo

Dutch	English
postzegel	⇆ postage due stamp; ⇆ postage stamp; ⇆ stamp
kinderpostzegel	⇆ <postage stamp sold to benefit children>
post	⇆ entry; ⇆ function; ⇆ item; ⇆ mail; ⇆ place; ⇆ post; ⇆ station; ⇆ office; ⇆ sentry; ⇆ picket; ⇆ post‐office
postzegelalbum	⇆ stamp album
postzegelautomaat	⇆ stamp machine
postzegelveiling	⇆ stamp auction
postzegelverzamelaar	⇆ stamp collector
postzegelverzameling	⇆ stamp collection
zegel	⇆ stamp; ⇆ seal; ⇆ signet; ⇆ sigil