Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word reparatie‐inrichting

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
workshop
(regeling; schikking; zetting);
lay‐out
(apparaat; toestel); ; ;
gear
(uitrusting); ;
ensemble
;
suite
;
(instituut)
institute
🔗 Toen wij afscheid namen, bedacht ik ineens dat het misschien niet gemakkelijk zou zijn tot de inrichting te worden toegelaten.
(installatie; opstand)
(herstel)
repair
🔗 De reparatie aan het internationale ruimtestation ISS is geslaagd.

DutchEnglish
inrichting apparatus; appliance; appointment; arrangement; conformation; consitution; construction; contrivance; device; establishment; facility; fitment; fitments; fittings; fitting up; frame; furnishing; furnishings; gear; hang; home; institution; lay‐out; machinery; organization; system
reparatie mend; mending; refit; refitment; repair; reparation; repairs