Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word resideren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(wonen); ; ; ;
🔗 Als ik mij niet vergis, resideert Iucounu die men de Lachende Magiër heet, in Pergolo, vlak bij Azenomei.
(wonen)
rezidi
(verblijf houden)
linger
; ; ; ;
restadi

DutchEnglish
resideren reside