Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rijpen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(rijp worden);
maturiĝi
🔗 Het zaad rijpt in mei en wordt dan door de wind meegevoerd.
(belegen);
🔗 Het zaad is na twee jaar rijp.
(rijm)
hoar‐frost
;
rime
🔗 Arflane was een lange, zwarre man met een volle, rode baard die nu fonkelde van de rijp.
maturation

DutchEnglish
rijpen maturate; mature; mellow; ripen
het heeft gerijpt there was a hoar‐frost
rijp hoar; hoar‐frost; mature; matured; mellow; mellowy; nubile; ripe; rime; frost; white frost
rijping maturation