Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word rustpunt
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Ik heb hierin de belangrijkste punten genoteerd. | ||
(piek) | ||
🔗 De punt van het mes prikte in de huid van zijn keel. | ||
(oog; stip) | ; ; full stop ; | |
; | ||
🔗 Zo zijn er scholen die eindcijfers met één punt ophogen. | ||
🔗 Laat men de cirkel terugwentelen, dan komt het punt P in O. | ||
🔗 Vele uren hadden zij gelopen zonder te rusten. | ||
(blijven; verblijven) | ||
🔗 Gods zegen ruste op uw arbeid. | ||
Dutch | English |
---|---|
rustpunt | ⇆ pause; ⇆ rest; ⇆ stopping‐place |
punt | ⇆ apex; ⇆ chapter; ⇆ corner; ⇆ count; ⇆ cusp; ⇆ dot; ⇆ fluke; ⇆ full stop; ⇆ head; ⇆ issue; ⇆ item; ⇆ mark; ⇆ neb; ⇆ nib; ⇆ nub; ⇆ particular; ⇆ peak; ⇆ period; ⇆ point; ⇆ post; ⇆ prick; ⇆ prong; ⇆ spike; ⇆ toe; ⇆ wedge; ⇆ spire; ⇆ up; ⇆ top |
rusten | ⇆ hinge; ⇆ lie; ⇆ recline; ⇆ repose; ⇆ rest; ⇆ sit; ⇆ sleep; ⇆ take a rest |