Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word scheidsrechter

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(arbiter); ;
referee
;
umpire
🔗 De scheidsrechter deelde vervolgens nog 2 rode kaarten en 2 gele kaarten uit.
(richter)
🔗 De rechters hebben daar nog niet over beslist.
;
🔗 Zijn rechter lag in een onnatuurlijke hoek op zijn schoot.
(arbiter; scheidsrechter); ;
referee
;
umpire
🔗 Scheids, doe dan toch iets!

DutchEnglish
scheidsrechter arbiter; arbitrator; referee; umpire
rechter bencher; judge; justice
scheids ref; ump
scheidsrechteren referee; umpire
scheidsrechterlijk by arbitration; by the referee; by the umpire; arbitral; referee’s; umpire’s