Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schoonmaakbeurt

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
schoonmaakbeurt
(reiniging; schoonmaak; schoonmaken)
abstersion
(toerbeurt)
🔗 Nu was het haar beurt om te blozen.
(reiniging; schoonmaakbeurt; schoonmaken)
abstersion
(reiniging; schoonmaak; schoonmaakbeurt; zuivering)
abstersion
🔗 Jullie gaan door met schoonmaken tot de generaal zegt dat het schoon is!

DutchEnglish
schoonmaakbeurt clean; cleaning; clean‐up
beurt bout; clean; cleansing; go; turn; spell
schoonmaak clean; clean‐up; cleaning; cleansing
schoonmaken abstersion; clean; clean out; clean‐out; cleaning; decontaminate; draw; dress; gut; scour; top and tail