Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word seizoensgroente

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De bonen zijn bedorven en de groente is aangebrand.
(jaargetij; jaargetijde)
🔗 Ook in andere seizoenen is er genoeg te zien.

DutchEnglish
seizoensgroente vegetable of the season
groente greens; pot‐herb; vegetable; vegetables; green stuff; veg
seizoen season