Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word simpel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(eenvoudig)
simply
🔗 Wanneer al Dagoberts geld gestolen is, dan wordt dat niet simpel aangegeven door een leeg geldpakhuis.
(onnozel);
stupid
;
uninspired
;
ponderous
malsprita
(eenvoudig)
🔗 De aanpak was simpel maar lang niet gek, want de eerste klant liet niet lang op zich wachten.
(eenvoudig)
🔗 Och, dat zal wel een kneuzing of een simpele breuk zijn.
(eenvoudig; eenvoudigweg)
simply
🔗 De consequentie hiervan is dat zwaartekracht niet simpelweg de kracht is waarmee alle voorwerpen elkaar aantrekken.
simplistisch
simplistic
trosimpliga
(vereenvoudigen)
🔗 Wanneer de regeling niet versimpeld wordt voorziet de Belastingdienst nog meer problemen.

DutchEnglish
simpel mere; simple; simple‐minded
simpele ziel simp; simpleton
simpelweg simply; just
simplisme oversimplification
simplistisch oversimplified; simplistic