Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spinnen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
spinnen‐
(spinne‐)
of a spider
purr
ronroni
spin
🔗 ’s Avonds sponnen en breiden zij in hun kamertjes, dronken pepermuntthee en waren gelukkig.
benefit from
tiri profiton el
🔗 China spint garen bij het verzwakte Rusland, maar waakt voor verdere destabilisatie van zijn noorderbuur.
(spinnekop)
🔗 De waterspin leeft, als enige spin, onder water.
ŝpinglando
spinning‐wheel
🔗 En hij had een groot vuur laten aanleggen en er alle spinnewielen van het rijk in laten verbranden.
(spinrokken; rokken);
(rokken);

DutchEnglish
spinnen purr; purring; spin
garen spinnen bij benefit from
gespin purring
spin spider; spin
spinhuis spinning‐house; house of correction
spinklier spinneret
spinmachine jenny; spinner; spinning‐jenny; spinning‐machine
spinner spinner
spinnerij filature; mill; spinning‐mill
spinnewiel wheel; spinning‐wheel
spinrokken distaff; rock
spinsel spun yarn; cocoon
suikerspin candy‐floss; cotton candy; spun sugar
uitspinnen spin; spin out