Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word sportvlieger
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Je had aan sport moeten doen. | ||
(vliegenier; piloot) | ||
(aviateur; vliegenier) | ; ; | |
🔗 Mijn eerste man was vlieger. | ||
🔗 Iedere morgen werd er een enorme vlieger opgelaten, waarmee een jongetje van acht of negen jaar omhooggehesen werd, blijkbaar om als uitkijk te dienen. |
Dutch | English |
---|---|
sportvlieger | ⇆ amateur pilot |
sport | ⇆ games; ⇆ sport; ⇆ stave; ⇆ spoke; ⇆ sports; ⇆ step; ⇆ rung |
vlieger | ⇆ airman; ⇆ aviator; ⇆ flier; ⇆ flying‐man; ⇆ kite; ⇆ pilot |