Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stillen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kalmeren; sussen; tot rust brengen); ; ; ; ; ;
assuage
;
becalm
🔗 In ieder geval zal het je honger stillen.
painkiller
;
(kalmerend middel)
sedative
(bedaard; kalm; rustig);
quiescent
;
(zacht)
(geruisloos; muisstil)
noiseless
;
🔗 Het was stil in het woud.
(bewegingloos)
🔗 De stille lucht was koel.
(stilzwijgend; zwijgend);
(zwijgend; in stilte);
(rustig; kalm);
(bedaren; kalmeren); ; ;
🔗 Hij liep naar het bed en keek neer op het verstilde, dode gelaat.

DutchEnglish
stillen allay; alleviate; appease; appeasement; assuage; becalm; calm; hush; moderate; quiet; satisfy; soothe; still
onstilbaar unappeasable; insatiable; inappeasable
pijnstillend anodyne; pain‐killing; soothing
pijnstiller analgesic; anodyne; painkiller
stil dormant; halcyon; hush; mum; noiseless; quiescent; quiet; restful; sneaking; stagnant; still; untravelled; voiceless; stilly; shush; silent; silently; subdued; taciturn; secret; quietly; in silence
stilling pacification; stilling; alleviation; appeasement
verstillen still