Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stiptheid

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(accuratesse; nauwgezetheid)
exactitude
;
precision
;
promptness
;
punctuality
(nauwgezet; nauwkeurig; prompt; punctueel);
(juist; precies; accuraat; scherp; secuur); ;
exact
;
(exact; juist; krek; precies; scherp; accuraat); ;
🔗 Ik probeer altijd stipt op tijd te zijn.
(streng; strikt)

DutchEnglish
stiptheid⇆ accuracy; ⇆ exactitude; ⇆ exactness; ⇆ preciseness; ⇆ precision; ⇆ promptitude; ⇆ promptness; ⇆ punctuality
stipt⇆ accurate; ⇆ accurately; ⇆ exact; ⇆ exactly; ⇆ on the dot; ⇆ pointedly; ⇆ precise; ⇆ precisely; ⇆ prompt; ⇆ punctual; ⇆ punctually; ⇆ strict; ⇆ strictly
stiptheidsactie⇆ ca’canny; ⇆ work‐to‐rule
stiptheidsstaking⇆ ca’canny; ⇆ work‐to‐rule