Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word stuitend
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (walgelijk; walglijk; weerzinwekkend) | ; disgusting ; nauseous ; sickening ; | |
🔗 De omgeving wordt steeds stuitender. | ||
shocking | ŝoka | |
🔗 Ver van deze stuitende gebeurtenissen stapte heer Bommel met lichte tred zijn huis weer binnen. | ||
| (aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; tegenhouden; tot staan brengen) | ; stem ; ; | |
🔗 Maar het kadaver was niet te stuiten. | ||
| (opspringen) | resalti | |
🔗 De kogels stuitten tegen de grond, daar waar hij nauwelijks een seconde eerder nog gelegen had. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| stuitend | ⇆ offensive; ⇆ revolting; ⇆ shocking |
| stuiten | ⇆ arrest; ⇆ bounce; ⇆ check; ⇆ dam; ⇆ dam up; ⇆ inhibit; ⇆ stem; ⇆ stay; ⇆ stop; ⇆ shock; ⇆ offend |