Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tijdelijk‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
temporarily
;
kelktempe
temporary
malpermanenta
(voorlopig)
provisional
;
temporary
transitional
;
temporarily
nedaŭre
🔗 Ze kunnen dan tijdelijk het water verlaten.
temporary
(doodgaan; sterven; verscheiden);
expire
;
breathe one’s last
;
gasp away life
;
gasp out life
🔗 Een groot aantal magiërs had namelijk kortelings het tijdige voor het eeuwige verwisseld, hetgeen in overweging gaf dat de magie een ietwat gevaarlijke loopbaan moest zijn.

DutchEnglish
tijdelijk‐ interim
tijdelijk acting; impermanent; privisorily; pro tem; provisional; provisory; temporal; temporary
het tijdelijke met het eeuwige verwisselen cross the Styx; depart this life
het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen cross the Styx; depart this life