Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tijdsdruk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(editie; uitgaaf; uitgave) | ||
(pressie) | ||
(pressie) | ; | |
🔗 Er treden ook enorme drukken op. | ||
crowded | ||
🔗 Het is warm buiten en druk. | ||
restless ; ; turbulent ; unsettled | ||
🔗 Voor de politie volgde er een drukke tijd. | ||
(bezet) | multokupita | |
(beweeglijk; roerig) | moviĝema | |
(levendig; tierig; vief; wakker; geanimeerd) | ; lively | |
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Dutch | English |
---|---|
tijdsdruk | ⇆ pressure of time |
druk | ⇆ burden; ⇆ bustling; ⇆ busy; ⇆ crowded; ⇆ edition; ⇆ fussily; ⇆ fussy; ⇆ heavy; ⇆ impression; ⇆ incidence; ⇆ jazzy; ⇆ lively; ⇆ noisy; ⇆ oppression; ⇆ press; ⇆ pressing; ⇆ pressure; ⇆ print; ⇆ printing; ⇆ push; ⇆ stress; ⇆ typography; ⇆ weight; ⇆ squeeze; ⇆ strain; ⇆ loud; ⇆ frequent; ⇆ brisk; ⇆ well‐patronized; ⇆ busily; ⇆ type |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |