Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word toeschouwen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(toeschouwer zijn) | ; ; | spekti |
(beschouwing; bekijken) | examination ; sightseeing | |
🔗 „Het is geen spook!” sprak de oude Meelbuiler na enig schouwen en toen dat eenmaal was vastgesteld, ontstond er een algemene opluchting. | ||
(inspecteren; visiteren) | inspect | |
🔗 Ik heb het lijk vanmorgen om tien uur geschouwd. | ||
(aanschouwen; beschouwen; bekijken; bezien) | ; | |
(beschouwer; kijker) | spectator ; | |
🔗 „Reiservaringen”, prevelde de bejaarde "toeschouwer. | ||
spectator ; | ||
🔗 De anderen bleken toeschouwers te zijn. |
Dutch | English |
---|---|
schouwen | ⇆ behold; ⇆ inspect; ⇆ view |
toeschouwer | ⇆ bystander; ⇆ looker‐on; ⇆ observer; ⇆ onlooker; ⇆ spectator |