Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word traditiegetrouw

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(traditioneel)
🔗 Traditiegetrouw aten alle dansers van het feest na de voorstelling met de koninklijke familie in het paleis, maar Sam verkoos niet aanwezig te zijn.
(loyaal; trouw)
faithful
; ; ;
trusty
(trouw)
faithfully
fidele
🔗 Die instructies had de zeeman getrouw uitgevoerd en hij was daarna vertrokken, waarheen wist Dick niet.
(overlevering)
🔗 Hebben jullie geen traditie van gastvrijheid?

DutchEnglish
traditiegetrouw traditional; traditionally; true to tradition
getrouw close; faithful; faithfully; liege; lifelike; loyal; to the life; trusty; truthful; true; regular; loyally
traditie tradition