Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word triestheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bedroevend; droevig)
distressing
;
grievous
;
painful
;
troublesome
(bedroefd; droevig; verdrietig);
gloomily
;
grimly
;
lugubriously
;
unhappily
;
ruefully
malĝoje
(bedroefd; treurig; triestig);
dismal
;
trista
🔗 Het werd het meest trieste weekeinde dat ik ooit in Engeland had doorgebracht.
(droevig; verdrietig)
sadly
triste
🔗 Gugel schudde triest het hoofd.

DutchEnglish
triestheid dreariness; melancholy; sadness
triest dismal; dismally; dreary; melancholy; dreich; sad