Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word trommelvuur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(blik; blikje; bus)
🔗 Kapitein Bourcart ging daar aan boord om een trommel tabak te kopen, aangezien zijn voorraad begon op te raken.
(bus; trom)
🔗 De slagen van de trommels stierven weg.
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten.
(gloed)
glow
; ;
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur.
🔗 Van vuur zijn ze niet bang.
(ambitie; ijver);
(vlam)
(heftigheid; onstuimigheid)
impetus
; ; ;
(gloed; pit; pittigheid; verve)
verve
; ;
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde.

DutchEnglish
trommelvuur drumfire
trommel barrel; bin; box; canister; case; drum; tambour; tin
vuur ardency; ardour; bonfire; dry‐rot; eagerness; fervency; fire; flame; glow; heat; ingle; mettle; élan; verve; zeal; spirit; rot; vim