Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tweelingbroer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(broeder)
🔗 De ander vloog haar vader en haar broer om de hals.
(tweelingen)
twins
🔗 Zijn ontmoeting met de tweeling heeft hem echter wel anders leren kijken, zoals het vervolg ons zal leren.

DutchEnglish
tweelingbroer twin brother
broer brother
tweeling twins; pair of twins