Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitgever

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
uitgever	publisher	eldoninto
uitgever	publisher	eldonisto
🔗 „Het is geen blad voor kinderen”, sprak de uitgever koeltjes.
uitgeven (in omloop brengen)	emit ; issue	emisii
uitgeven (besteden; spenderen; verteren)	spend ; expend	elspezi
🔗 We geven te veel aan eten uit!
uitgeven (uitbrengen)	publish	eldoni
uitgeverij	publisher	eldonejo

Dutch	English
uitgever	⇆ publisher
uitgeven	⇆ disburse; ⇆ emit; ⇆ expend; ⇆ expenditure; ⇆ issue; ⇆ lay out; ⇆ pass; ⇆ pass off; ⇆ pay away; ⇆ publish; ⇆ put out; ⇆ spend; ⇆ utter; ⇆ spending; ⇆ give out; ⇆ distribute; ⇆ edit
uitgeverij	⇆ publisher; ⇆ publishing‐business; ⇆ publishing‐house
uitgeversfirma	⇆ publishing firm
uitgeversmaatschappij	⇆ publishing business