Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verklaren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(duiden; interpreteren; uitleggen; vertolken);
construe
(duidelijk maken; ophelderen; verhelderen; toelichten)
account for
;
construe
;
🔗 Hoe verklaart ge dan die plotselinge rijkdom van Weamish?
(aangeven); ;
profess
;
🔗 „Het is geen leven”, verklaarde Hieper somber.
(uiteenzetten; uitleggen); ; ;
expound
;
explicate
🔗 Verklaar de goede oplosbaarheid van fructose in water.
(confisqueren; in beslag nemen)
🔗 In 1933 werden Einsteins bezittingen door de nazi’s verbeurd verklaard en zijn boeken in Berlijn openlijk verbrand.
zich nader verklaren
doni pli detalan klarigon
explainable
;
explicable
🔗 Dan is het verklaarbaar.
explanatory
🔗 Haar gezicht drukte zo’n verbazing en minachting uit dat Poirot wel genoodzaakt was zich met een paar verklarende woorden te verdedigen.
(aangifte; betuiging; declaratie);
proclamation
;
statement
;
pronouncement
(explicatie; opheldering; rekenschap; toelichting; uitduiding; uiteenzetting; uitleg; uitlegging; verduidelijking; verheldering; exposé); ;
elucidation
🔗 Wij konden aan hem zien dat hij die verklaring slikte.
(getuigenis; testimonium; getuigenverklaring)
certificate
;
🔗 Maar hoe hij haar verklaring ook bekeek, hij kon geen reden vinden waarom ze zou hebben gelogen.

DutchEnglish
verklaren account for; assert; attest; aver; avouch; certify; construe; declare; depose; elucidate; enounce; enucleate; explain; explicate; expound; find; interpret; make out; place on record; proclaim; profess; pronounce; protest; put on record; state; testify
verbeurd verklaren condemn; confiscate; escheat; seize; declare forfeit
zich nader verklaren declare oneself; explain oneself
verklaarbaar accountable; explainable; explicable
verklaard declared; professed; avowed
verklarend declarative; declaratory; elucidatory; explanatory; explicative; expositive; expository; illustrative; interpretative
verklaring account; affirmation; assertion; construction; declaration; deposition; elucidation; enouncement; explanation; explication; proclamation; profession; pronouncement; protestation; statement; testimonial; certificate; evidence
vogelvrijverklaarde outlaw
vrijverklaren declare free