Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verzachten

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
verzachten (verlichten; vermurwen)	allay ; alleviate ; cushion ; mitigate ; relieve ; remit	mildigi
🔗 Men kan hooguit zijn lot wat verzachten.
verzachting	abatement	malpliseverigo
verzachting (verlichting)	alleviation	mildigo
zacht (stil; zwak)	soft	mallaŭta
🔗 In de duisternis klonk haar zachte lach.
zacht (zachtjes)	softly ; quietly	mallaŭte
🔗 En we praten zo zacht mogelijk.
zacht (mild; zachtjes)	gently	milde
zacht (mals; murw; week)	soft ; gentle ; tender	mola
🔗 Tien minuten later kwam ik op zachter terrein.
zacht	soft	softa

Dutch	English
verzachten	⇆ allay; ⇆ alleviate; ⇆ assuage; ⇆ attenuate; ⇆ balm; ⇆ commute; ⇆ cushion; ⇆ downplay; ⇆ dulcify; ⇆ extenuate; ⇆ gentle; ⇆ milden; ⇆ mitigate; ⇆ modify; ⇆ mollify; ⇆ palliate; ⇆ play down; ⇆ qualify; ⇆ relax; ⇆ relieve; ⇆ remit; ⇆ salve; ⇆ soften; ⇆ soften down; ⇆ soothe; ⇆ sweeten; ⇆ temper; ⇆ tone down; ⇆ water down
verzachtend	⇆ assuasive; ⇆ balsamic; ⇆ demulcent; ⇆ emollient; ⇆ euphemistic; ⇆ lenitive; ⇆ mitigant; ⇆ mitigatory; ⇆ palliative; ⇆ softening; ⇆ soothing; ⇆ mitigating
verzachting	⇆ alleviation; ⇆ assuagement; ⇆ attenuation; ⇆ commutation; ⇆ extenuation; ⇆ mitigation; ⇆ modification; ⇆ mollification; ⇆ palliation; ⇆ relaxation; ⇆ softening
wasverzachter	⇆ fabric softener; ⇆ softener; ⇆ softening agent
zacht	⇆ smooth; ⇆ balmy; ⇆ bland; ⇆ charitable; ⇆ clement; ⇆ delicate; ⇆ dulcet; ⇆ flabby; ⇆ furry; ⇆ gentle; ⇆ gently; ⇆ lenient; ⇆ light; ⇆ lightly; ⇆ mellow; ⇆ mellowy; ⇆ mild; ⇆ mildly; ⇆ pappy; ⇆ pigeon‐livered; ⇆ pulpous; ⇆ pulpy; ⇆ soft; ⇆ tender; ⇆ runny; ⇆ suave; ⇆ subdued; ⇆ sweet; ⇆ sweet‐natured; ⇆ in an undertone