Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vierde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Een vierde persoon raakte gewond.
(kwart; vierendeel);
(celebreren; opdragen)
(feestvieren; fuiven; feesten)
🔗 Dat moet gevierd worden, zou ik zeggen.
(celebreren)

DutchEnglish
vierde fourth; quarter
vieren celebrate; commemorate; hold; keep; let fly; mark; observe; pay away; pay out; solemnize; veer; slacken; veer away; veer out