Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word volkstaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
volkstaal
(landstaal)
vernacular
nacia lingvo
;
🔗 Welke taal spreken ze?
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar.
(lieden; lui; mensen);
(natie)
; ;
🔗 Mijn vader was Hreidmar, de koning van het volk der dwergen.
🔗 De tsaar moest niets van zulk een bijeenkomst des volks hebben.
🔗 Zou het volk een dergelijke daad accepteren?

DutchEnglish
volkstaal demotic speech; language of the people; national idiom; popular language; vernacular; vernacular language; vulgar tongue
taal language; parlance; speech; tongue; vernacular language; vernacular
volk commons; folk; folks; people; populace; nation