Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrachtvaart

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gracht; kanaal)
🔗 Bij het passeren van een vrachtauto op de weg van Monnickendam naar Broek is vanavond omstreeks zeven uur een personenauto met drie inzittenden iets te ver uitgeweken en van de weg af in de ernaast lopende vaart terechtgekomen.
(snelheid)
🔗 Wat een vaart heeft dat ding!
(lading; scheepslading)
cargo
;
freight
🔗 Het was de gewoonte dat enkel de kapitein het schip mocht verlaten voor de vracht was gelost.

DutchEnglish
vrachtvaart carrying‐trade
vaart canal; career; clip; course; drive; flight; go; headway; impetus; momentum; navigation; pizzazz; rate; speed; way; run; rush; sweep; voyage
vracht burden; cargo; carriage; fare; freight; freightage; lading; last; load
vrachtvaarder carrier; cargo boat; freighter