Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vreemde taal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Welke taal spreken ze?
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar.
; ; ;
extraneous
🔗 Ik ben vreemd in dit deel van het land.
(curieus; vreemdsoortig)
(eigenaardig; gek; raar; vreemdsoortig; wonderlijk; zonderling; zonderbaar); ;
weird
;
queer
; ;
🔗 En dat was vreemd.
(raar);
🔗 Het waren vreemd vlugge muizen.
(excentriek)
🔗 Ze is al heel oud, ziet u, en ze is een beetje vreemd.

DutchEnglish
vreemde taal foreign language; queer language; strange language
taal language; parlance; speech; tongue; vernacular language; vernacular
vreemd alien; extraneous; foreign; freak; freakish; freaky; funnily; funny; kinky; odd; oddly; outlandish; quaint; queer; strange; unfamiliar; weird; whimsical; rum; exotic; strangely