Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wortelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stoelen; worteltrekken)
be rooted
radiki
🔗 Eiken wortelen diep.
(ingeroest; vastgeroest)
inherent
;
innate
enradikiĝinta
eradicate
;
elradikigi
🔗 Door de stormen zijn ook bomen ontworteld en elektriciteitsleidingen beschadigd.
(peen)
🔗 Vier telers en verkopers van wortelen krijgen samen ruim 2,5 miljoen euro boete vanwege ongeoorloofde afspraken over het verdelen van de markt.
(radix)
;
radix
🔗 Bladeren en wortels ontbreken.

DutchEnglish
geworteld in rooted in
inwortelen indurate; root; take root; become deeply rooted
ontwortelen deracinate; disroot; eradicate; unroot; uproot; root up
wortel carrot; radical; radix; root