Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zijden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Osherl keek door de zijden tentflap. | ||
(flank; zij) | ; ; flank | |
🔗 Ik betastte mijn zijden. | ||
🔗 Hij wist dat een driehoek drie zijden had en een vierkant vier. | ||
(kant) | ||
🔗 Het merendeel van de Nepalese mannen vocht aan Russische zijde. |
Dutch | English |
---|---|
zijden | ⇆ silk; ⇆ silken; ⇆ silky |
aan een zijden draad hangen | ⇆ hang by a thread |
aan een zijden draadje hangen | ⇆ hang by a thread |
zijde | ⇆ aspect; ⇆ face; ⇆ flank; ⇆ part; ⇆ side; ⇆ silk |