English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word companion‐way

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
companion
(buddy; comrade; pal; crony)
companion
(buddy; comrade)
(manner; mode; bearing; fashion; style);
🔗 There’s just no way.
(route; course; passage; pathway; road)
🔗 She walked the rest of the way at a dignified pace.
(custom; mores; usage)
🔗 Many ways were different in Shienar from what he was used to, and there were some to which he would never become accustomed if he lived for ever.

EnglishAfrikaans
companion‐way kajuittrap
companion bybehorende; gesellin; geselskapsdame; gesél; kameraad; kampanjetrap; kapluik; maat; maatjie; metgesel; omgang hê met; pendant; ridder; vergesel
way gang; gebruik; geleentheid; gewoonte; manier; pad; rigting; snelheid; tak; trant; weg; wyse