English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word fast

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
fast
fast
(firm; stable; hard; resolute; solid; steadfast; unflinching; stiff)
fast
(quick; rapid; speedy; swift; expeditious; prompt)
fast
(quickly; swiftly; expeditiously; promptly; rapidly; apace; at speed; at a quick rate)
;
fast
(deeply; profoundly; sound)
be fast
fast train
(express; express train)

EnglishAfrikaans
fast dig; eg; gou; hard; kleurvas; los; losbandig; skielik; snel; standvastig; sterk; stewig; vas; vinnig; vlak; vry
a fast liver ’n deurbringer; ’n losbol
be too fast voor loop; voor wees
break one’s fast ophou vas
fast asleep vas aan die slaap
fast bind, fast find toesluit wat jy nie wil verloor nie
fast court harde baan
fast headstock vaste kop
fast idle slel luier
fast train sneltrein
hard and fast rule vaste reël
lock fast goed gesluit; op slot
make fast vasmaak
play fast and loose onbetroubaar wees
stand fast bly staan; standhou; vasstaan
take fast hold of vasvat
fast‐day vasdag
fast‐dyed kleurvas; waseg
faster vaster
fasting vas
fastness losheid; sterkte; vastheid; vesting; vlugheid
holdfast greep; houvast; klemhaak; kram; steun
saddlefast saalvas
stern‐fast meertou; vasmaaktou