English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word align

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(line)
in de rij zetten
;
in een rij opstellen
vicigi
(line);
in de rij gaan staan
;
zich in een rij scharen
viciĝi
(ally)
tot een alliantie smeden
;

EnglishDutch
align aanpassen; in gelid opstellen; op één lijn plaatsen; opstellen; richten; zich in het gelid scharen; zich richten
align oneself with zich aansluiten bij; zich scharen aan de zijde van