English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word another

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(other; different; another one)
🔗 Robert Dudley returned to the Netherlands in November 1586 with another army.
(another man; other)
iemand anders
🔗 And there are others who need me.
(one more; extra; further; additional)
nog een
🔗 Another strike is planned for November 30.
(each other); ;
🔗 Do we understand one another?

EnglishDutch
another alweer een; een ander; een tweede; iemand anders; nog een; ook een; weer een
in one shape or another in een of andere vorm
one after another aan de lopende band; de een na de ander
one another elkaar; elkander; malkaar; malkander; mekaar
one thing and another ditjes en datjes; het een en ander; van alles en nog wat
that’s another affair dat is wat anders