English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word attended

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
attended
(frequented)
(accompany);
(nurse; tend to; care);
(look after; maintain; take care of; care for)
(serve; act);
(frequent)
🔗 He attended Helix High School in La Mesa, California, and played high school football for the Helix Highlanders.
(be present; witness);
🔗 And you will attend this festival?

EnglishDutch
attended bezocht
be attended by gepaard gaan met; vergezeld gaan van
attend aanwezig zijn; bedienen; begeleiden; behandelen; bezoeken; bijwonen; helpen; het gevolg vormen van; opletten; oppassen; vergezellen; verplegen; verschijnen; verzorgen; volgen; zijn opwachting maken bij
unattended onbeheerd; zonder toezicht
well‐attended druk bezocht; goed bezocht