English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word badly

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(gravely; importantly; seriously; significantly);
🔗 Russia is threatening to repay foreign creditors from “countries that are unfriendly” in badly devalued roubles, according to a report from CNN’s Charles Riley.
(miserable; nasty; poor; wrong); ; ;
🔗 We have always said that we are preparing for the worst, hoping for the best.
(rotten; addled; corrupt);
(evil)
(false; fake; mock; spurious; bogus)
(strict; austere; hard; harsh; sharp; stern; tough; severe); ; ;
(disgusting)
; ;
🔗 On the other hand, if it’s true, it’s even worse for the president.

EnglishDutch
badly belabberd; beroerd; danig; deerlijk; erg; ernstig; gebrekkig; hard; hevig; kwalijk; lelijk; mooi; slecht; zeer
badly needed hard nodig
badly wounded zwaargewond
be badly off er slecht aan toe zijn; het slecht hebben; slecht af zijn
come off badly er bekaaid afkomen; er slecht afkomen; het er slecht afbrengen
not be badly off het niet kwaad hebben
things are going badly het gaat slecht
want badly verlegen zijn om
bad bedorven; boos; erg; ernstig; gemeen; kwaad; kwalijk; naar; nagemaakt; ondeugdelijk; ondeugend; ongedekt; oninbaar; rot; slecht; vals; verkeerd; vies; vilein; ziek; zwaar