English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ball‐bearing

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
ball‐bearing
(dance)
🔗 If I did as I please, I would not be going to the ball.
(globe; bowl); ;
(ball of the thumb);
muis van de hand
(chunk; clod; lump; hunk; wad)
(testicle);
teelbal
(earth up; hill up; hole in);
(botch; bungle; screw up; spoil; blow; blunder; flub; foozle); ; ; ; ; ; ; ;
(globular)
bearing
(pillow‐block)
bearing
(manner; mode; way; fashion; style)
;
bearing
(azimuth)
bearing

EnglishDutch
ball‐bearing kogel; kogellager
ball bal; ballen; bol; danspartij; kloot; kluwen; kluwenen; knot; kogel; pakken; pil; teelbal; zich ballen
bearing bearing capacity; betekenis; betrekking; draagwijdte; dragen; gedrag; houding; kussen; kussenblok; lager; ligging; peiling; portee; relevant; richting; strekking; uitstek; verhouding; wapenbeeld