English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bay laurel

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bay laurel
(sweet bay; bay‐tree; true laurel; Grecian laurel; laurel‐tree; laurel)
nobla laŭro
(bark)
bojegi
(creek; bight; cove); ;
(laurel); ;
laurel
(bay)
;
laurel
(bay laurel; sweet bay; bay‐tree; true laurel; Grecian laurel; laurel‐tree)
nobla laŭro

EnglishDutch
bay laurel laurier
bay aanblaffen; afblaffen; afdeling; baai; bassen; blaffen; bocht; boezem; bruin; geblaf; golf; inham; laurier; laurierboom; lauwer; nis; overkapping; roodbruin; ruimte; travee; uitbouw; vaalbruin; vak; vleugel; vos; voskleurig
laurel laurier; laurierkrans; lauwer; lauweren