English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word be interchangeable
English | Dutch |
---|---|
be interchangeable | ⇆ door elkaar gebruikt kunnende worden |
interchangeable | ⇆ onderling verwisselbaar; ⇆ ruilbaar; ⇆ verwisselbaar |
English | Dutch |
---|---|
be interchangeable | ⇆ door elkaar gebruikt kunnende worden |
interchangeable | ⇆ onderling verwisselbaar; ⇆ ruilbaar; ⇆ verwisselbaar |