English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bread of charity

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(breadcrumb);
(money; dough);
charity
(love of one’s neighbour)
charity
(mercifulness; mercy)
charity
(alms; handout)
charity
(beneficence; boon; good; sake; welfare; beneficience; benevolence)

EnglishDutch
bread of charity genadebrood
bread brood; broodwinning; doekoe; pegels; poen
charity aalmoes; barmhartigheid; charitas; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefde; liefdegave; mildheid; naastenliefde