English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word broadly

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
broadly
(comprehensively; extensively)
uitgebreid
amplekse
broadly
(widely)
larĝe
broadly
(widely; extensively; sweepingly; abroad)
wijd
;
vaste
broadly
(generally; commonly; prevalently; widely; on the whole; in general)
in het algemeen
(wide);
wijd
🔗 Abruptly he gave a broad grin.
(ample; bulky; extensive; sizeable; capacious; commodious; voluminous); ;
veelomvattend
; ;
(woman; dame; female; sheila)
(general; usual; widespread; prevalent; rife);

EnglishDutch
broadly globaal; in grote trekken; in het algemeen; ronduit; ruim; vierkant
broadly speaking globaal; in grote trekken; in het algemeen; in het algemeen gesproken
broad breed; globaal; grof; hoer; lomp; mokkel; plat; ruim; ruw; schuin; slet; troel; verbreding van een riviermonding; volle breedte; wijd; wijf