English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word broken‐down

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
broken down
(broken)
difektiĝinta
broken
(out of order; flawed; imperfect; injurious)
;
broken
(broken down)
difektiĝinta
broken
; ;
rompita
broken
rompiĝinta

EnglishDutch
broken‐down bouwvallig; doodop; geruïneerd; kapot; op; terneergeslagen
broken down vervallen
broken aangebroken; afgebroken; gebroken; kaduuk; kapot; onvast; stuk