English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word chain‐store

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
(fetter; shackle; bind)
(fetter; shackle)
🔗 One chain of protesters in Minsk was almost two miles (3.2 kilometres) long.
(boutique; shop)
provizi sin je
(shop; mart)
enmagazenigi
(stock)
stoki
🔗 Today, electrical energy generated by various methods is still difficult to store efficiently.
(deposit; file; lodge; bank); ;
(warehouse)
(pantry; storehouse; storeroom)
(supply; resource; stock; administration; arrival);
(stack; warehouse; stash)
stapli
store
(warehouse)
;
veem
(depository; storage; storehouse; warehouse; barn);
(conserve; keep; maintain; preserve; cache; save)
(boxroom; storage room; cache)
;
stapelplaats

EnglishDutch
chain‐store bijhuis; filiaal; filiaalbedrijf; filiaal van een grootwinkelbedrijf; grootwinkelbedrijf
chain aan de ketting leggen; filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf; guirlande; in ketenen slaan; keten; ketenen; ketting; met ketenen afsluiten; ordeketen; reeks; trekker; vastleggen
store accumuleren; ammunitie; bergen; bewaren; binnenhalen; inslaan; kelderen; magazijn; opbergen; opdoen; opslaan; opslagplaats; stapelplaats; uitrusting; verzamelen; voorraad; voorzien; warenhuis; winkel