English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word check with the rank and file of the party

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(bridle; restrain; control; curb; inhibit; rein in; contain); ; ;
(bridle; restraint); ;
toom
(audit; supervise; collate; moderate; oversee; review; examine; vet);
(oversight; scrutiny; verification; supervision)
(mark); ;
marki
(calculation; reckoning; tally; calculus);
(chess)
schaak
(dossier); ;
🔗 Everything from database access, to creating graphics, to reading and writing XML files, to grabbing files from remote systems can be found in PHP’s many extensions.
vijl
; ;
(line; rank; row; queue; round; run; sequence; bank; string); ;
(deposit; lodge; store; bank)
(collection)
(adherents; disciples; following; supporters; circle; number)
(evening)
distra vespero
(celebration; festival; feast; festivity; fiesta; fête); ;
🔗 I can’t even imagine the party they’re going to have tomorrow with this news,
🔗 That’s an ambitious goal in a country where parties affiliated with Thaksin, who built his political success on populist policies that appealed to Thailand’s rural heartland, have won every election since 2001.
(adherents; disciples; followers; following; retinue)
(participant; sharer)
(camp; faction; side)
(grade; status; station; standing)
(file; line; row; queue; round; run; sequence; bank; string);
de rang hebben van
rangi

EnglishDutch
check with the rank and file of the party de achterban raadplegen
check aannemen; aanvinken; afgeven; bedwingen; belemmeren; belemmering; beteugelen; beteugeling; bon; bonnetje; breidelen; checken; collationeren; controle; controle uitoefenen op; controleren; echec; een halt toeroepen aan; fiche; geruit; in bewaring geven; in bewaring nemen; in toom houden; inhouden; intomen; keren; knip; nagaan; nameten; narekenen; natellen; natrekken; paal en perk stellen aan; rekening; reçu; ruit; ruitje; ruitjesgoed; ruitjespatroon; schaak; schaak geven; schaak zetten; slag; stuiten; tegengaan; tegenhouden; tegenslag; toets; toetsen; tomen; tot staan brengen; vastzetten; verifiëren; wat remmen
file achter elkaar lopen; achter elkaar rijden; afvijlen; bestand; deponeren; dossier; file; gegevensbestand; gelid; indienen; invoegen; inzenden; klapper; legger; lias; liasseren; map; opbergen; opbergkast; opbergmap; opslaan; ordener; ordner; rangschikken; rij; rijgen; rot; rubriceren; slimmerik; vijl; vijlen
party aanhang; afdeling; bent; comparant; de bloemetjes buiten zetten; deelnemer; detachement; feest; feest vieren; feestje; fuif; gezelschap; groep; partij; partijtje; ploeg; troep
rank een plaats geven; geil; gelid; graad; grof; in het gelid plaatsen; inschalen; opstellen; plaatsen; rang; riekend; rij; schandelijk; staat; stand; standplaats; te welig; vuil; weelderig