English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word choke‐damp

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
choke (quell; suffocate; suppress; stifle; smother)	smoren ; verstikken	sufoki
choke	smoren ; stikken	sufokiĝi
choke (hamper; obstruct; stand in the way; congest; balk)	verstoppen	obstrukci
choke (block; clog; stop up; congest; fill; plug; stuff; tamp; stop; stopper)	verstoppen	ŝtopi
choke	choke	strangolilo
damp	nat ; nattigheid ; vocht	malsekaĵo
damp	vochtigheid ; nattigheid	malsekeco
damp	dampig	vaporplena
damp (amortize; redeem; deaden; write off)	afbetalen ; afschrijven ; amortiseren ; dempen ; aflossen	amortizi
damp (deaden; muffle; mute)	dempen	dampi
damp (moist; humid; irriguous)	klam ; vochtig	malseketa
🔗 Formally, she wiped her hands and patted her face with a damp cloth.

English	Dutch
choke‐damp	⇆ stikgas
choke	⇆ choke; ⇆ choken; ⇆ doen stikken; ⇆ gasklep; ⇆ samensnoeren; ⇆ smoren; ⇆ stikken; ⇆ versmachten; ⇆ verstikken; ⇆ verstoppen; ⇆ zich verslikken
damp	⇆ bevochtigen; ⇆ doen bekoelen; ⇆ doen verflauwen; ⇆ gas; ⇆ invochten; ⇆ klam; ⇆ mijngas; ⇆ nat; ⇆ nattig; ⇆ nattigheid; ⇆ neerslachtigheid; ⇆ nevel; ⇆ saai; ⇆ temperen; ⇆ uitwaseming; ⇆ vocht; ⇆ vochten; ⇆ vochtig; ⇆ vochtig maken; ⇆ vochtigheid