English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word communication‐cord

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
communication‐cord
communication
(statement)
communication
; ;
communication
(announcement; message; notice; report; notification)
communication
communication
(rope; string; line; chord); ; ;

EnglishDutch
communication‐cord noodrem
communication aansluiting; bericht; communicatie; gemeenschap; gesprek; mededeling; verbinding; verbindingsweg
cord <inhoudsmaat>; band; binden; corduroy; koord; lijn; lis; ribfluweel; snoer; streng; touw; vadem; vademen; vastbinden; vastsjorren