English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word conscious

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
conscious
(aware; lucid)
consciously
(lucidly)
konscie
consciousness
(lucidity)
self‐conscious
(abashed; shy; embarrassed; bashful; coy)
;
subconscious
unconscious
sveninta
(out)
🔗 Liane lay unconscious.
(unaware; oblivious)
🔗 But she seemed to be unconscious of it all.

EnglishDutch
conscious bewust; bij kennis; gewaar
become conscious of it het zich bewust worden
be conscious bij kennis zijn
conscious of zich bewust van
green conscious milieubewust
price conscious prijsbewust
consciously bewust
consciousness bewustheid; bewustzijn; bezinning
eco‐conscious milieubewust
élite‐conscious elitair
self‐conscious bevangen; met zijn figuur verlegen; onzeker; verlegen
semi‐conscious halfbewust
subconscious onderbewust; onderbewuste; onderbewustzijn
unconscious bewusteloos; buiten bewustzijn; onbewust; onkundig