English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word core

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(kernel; pit; gist; nub; pith; stone; crux)
🔗 Therefore, for it to have such a high density, its core must be large and rich in iron.

EnglishDutch
core binnenste; boren; hart; het klokhuis uithalen; kern; klokhuis; ontkernen
honest to the core doodeerlijk
rotten at the core van binnen rot
rotten to the core door en door rot
the core of the matter de kern van de zaak
the hard core of de harde kern van
to the core in merg en been
apple‐core klokhuis
corer boor
drill‐core boormonster
hardcore aartsconservatief; doorgewinterd; hard; harde porno; kern; steenslag; verstokt